De emigratie en administratie: de auto
De administratie van een emigratie.
Zodra je emigreert, moet je van alles regelen. Uitschrijven uit Nederland en inschrijven bij de gemeente waar je woont in Spanje. In september hadden we onze residencia geregeld, https://www.christelinspanje.com/denia/mijn-residencia-aanvragen-in-denia/. Op dat moment konden we ook onze inschrijving regelen bij de Suguridad Social en het plaatselijke Centro Salud. Voor de school van de kinderen was de inschrijving in mei gedaan. En ook de auto moet een Spaans kenteken krijgen. En de auto is belangrijk voor ons in Spanje. Lopen en fietsen is eigenlijk geen serieus alternatief als je kijkt naar de afstand van onze woning naar de voorzieningen zoals de school.
De export van de auto.
Op enig moment moet je je auto gaan exporteren en importeren. Het begint met het laten maken van uitvoerplaten. Dat moet in Nederland. Je krijgt dan gewoon een wit kentekenplaat met je Nederlandse nummer. Die plaat laat je in Nederland maken en bezorgen op je Nederlandse adres. In Spanje hebben wij op een gegeven moment onze gele kentekenplaten eraf gehaald en de witte uitvoerplaten op de auto geplaatst. Vanaf dat moment mag je twee weken met die uitvoerplaten rijden. Onze Nederlandse kentekenplaten moesten we in Nederland inleveren bij een garage van de RDW. Ook mag je pas met de uitvoerkentekenplaten gaan rijden wanneer de gele platen zijn ingeleverd. Marc gaat nog elke week drie dagen naar Nederland om te werken. Dus gingen de Nederlandse kentekenplaten mee het vliegtuig in. Marc heeft ze ingeleverd in Amsterdam bij de RDW om ongeveer 08.00 uur op een woensdagochtend. Op dat moment krijg je een groen papiertje met een pasje mee. Die ochtend stond ik met Marc via de WhatsApp in contact omtrent het moment van inleveren van de gele platen. Zodra ik het fotootje ontving van het groene papiertje met het groene pasje wist ik dat ik kon gaan rijden met de witte platen. Marc heeft die ochtend meteen een tijdelijke verzekering geregeld waarmee je dus veertien dagen verzekerd kunt rijden met de uitvoerplaten op de auto. In die veertien dagen moet je zien te regelen dat je auto wordt gekeurd door de Spaanse RDW en dat je je Spaanse kentekenplaten krijgt.
De import van de auto.
Wij hebben dat helaas niet helemaal gered, omdat het groene pasje, dat losjes bevestigd is op het papier, in de jaszak van Marc bleef zitten. Die jas met het pasje erin bleef vervolgens in zijn kluis op zijn werk in Nederland. Zonder dat pasje kun je niet verder in het proces. Gelukkig blijft Marc tussen Spanje en Nederland heen en weer reizen; dus dat pasje kwam wat later aan in Spanje. Zo konden we toch verder met de import. Voor de import van onze auto huurden we een Belgische garagehouder in. Hij zorgde ervoor dat onze auto naar het keuringsstation van de Spaanse RDW werd gebracht. Het oordeel: goedgekeurd. Dat was op maandag. Op vrijdag, aan het einde van de middag, hadden we dan onze felbegeerde Spaanse kentekenplaten, waarbij onze garagehouder ons ook nog had geholpen met het verkrijgen van een goede autoverzekering. Uiteindelijk hebben we de termijn van veertien dagen met twee dagen overschreden en hebben we daardoor twee dagen de auto niet mogen gebruiken. Ook drukte bij het keuringsstation zou er voor kunnen zorgen dat je de termijn van veertien dagen niet haalt. In ons geval was het dus het pasje dat losraakte van het papiertje. Als je het pasje helemaal kwijtraakt, dan heb je een gigantisch probleem volgens de Belgische garagehouder die ons begeleidde. En alleen Nederland werkt met zo’n pasje (dat je dus gemakkelijk kwijt kunt raken). Andere landen werken alleen met papieren waar alle informatie opstaat die nodig is en die papieren raak je minder snel kwijt. In ieder geval moet je een auto huren of lenen (indien beschikbaar bij je garage) als je de termijn van veertien dagen overschrijdt. Het laatste wat je wil, is dat je onverzekerd rond rijdt.
© 2018, ChrisBijs. All rights reserved.
2 thoughts on “De emigratie en administratie: de auto”
hoi allemaal,
Jullie zijn wel een flink avontuur tegemoet gegaan. Hier is het nu iets koeler. Ben heel erg benieuw hoe het met Jasper en Lisanne gaat op school. Het moet toch wel heel lastig voor ze zijn met de taal en in groep drie wordt er ook veel meer verlangd van de kinderen. Ik zie bij mij dat kinderen die geen Nederlands spreken zich in de kleuterklas sneller aanpassen omdat je nog veel met je handen werkt. Wij hebben een weekje herfstvakantie.
Heb je nog contact met de ouders van de vriendinnen van Lisanne? Ik spreek de kinderen van groep drie natuurlijk minder nu ik in andere groepen werk. Wordt in de gang wel volop geknuffeld door ze.
Groeten aan iedereen.
Helma
Lisanne vindt de Schatkamer leuker dan de nieuwe school en dat komt voornamelijk door de taal. Jasper vindt de nieuwe school leuker dan de Twijn. Ik moet wel zeggen dat de Schatkamer gezelliger oogt dan de Spaanse school. Voor Jasper levert de inrichting van de Spaanse school wel minder prikkels op. Lisanne en Jasper gaan extra lessen Spaans krijgen. Bovendien gaat Jasper in andere vakken ook extra les krijgen buiten de klas om. Op de Spaanse school is een docente in dienst die kinderen die dat nodig hebben extra lessen geeft. De juf is erg tevreden over het rekenen van Lisanne, wat ze in Spanje nu al wiskunde noemen. En het is niet gemakkelijk om nu meerdere talen te leren. Lisanne en Jasper moeten Spaans, Valenciaans (een vorm van Catalaans) en Engels leren. Het Engels is volgens andere Nederlandse ouders van laag niveau. Die ouders sturen hun kinderen nog apart naar Engelse les buiten de school om. Lisanne en Jasper gaan een keer per week naar Nederlandse les. Ze krijgen daar Nederlands van een mevrouw die net een jaar in Spanje woont en 35 jaar basisonderwijzeres is geweest. Ze weet dus nog precies hoe het onderwijs in Nederland werkt. Wie weet gaan Lisanne en Jasper volgend jaar ook nog op Engelse les, maar voor nu hoeft dat niet. Het is meer dan genoeg zo. Ik heb nog contact met de ouders van Lisanne’s beste vriendinnetjes van de Schatkamer. Ik mis dat contact ook wel. Hier in Spanje leer ik gelukkig ook wat andere (Nederlandse en Spaanse) ouders kennen. Afgelopen zondag hadden de kinderen nog een verjaardagsfeestje van een klasgenootje. De hele klas was uitgenodigd, inclusief ouders. Dat was erg gezellig. In de klas van Lisanne en Jasper zitten nog 3 andere Nederlandse kinderen. Deze kinderen zijn echter allemaal geboren in Spanje en kennen Nederland alleen van vakanties. In totaal zitten er 24 kinderen in de klas. De Spaanse juf vindt dit al een grote klas. Als ik zeg dat Lisanne uit een klas van 33 leerlingen komt, dan schrikt ze. Al met al bevalt het leven in Spanje wel, maar missen we Nederland wel een beetje. Wie weet gaan we volgend jaar nog wel een weekje op vakantie in Nederland.