De tuin in Spanje
De tuin in Zwolle.
Al jaren droomde ik van een mooie, groene tuin. In Zwolle was de tuin wel groen, maar vaak van het onkruid. Ik wilde wat aan de tuin doen, maar niet te veel. Het was immers een huurhuis. Ik hoopte dat ik iets van de groene vingers van mijn opa zou hebben. Ik kreeg wat planten van mijn ouders. En niet te vergeten klimop van mijn schoonouders. Om tegen de lelijke, aftandse schutting te laten groeien. Overigens hoef je voor klimop geen groene vingers te hebben; uit mijn ervaring is gebleken dat die gewoon gaat groeien. Tegen de tijd dat Marc en ik de sleutel van ons huurhuis inleverden, was de tuin, uiteraard met uitzondering van de klimop, al behoorlijk uitgedroogd. Het was al tijden warm en droog in Nederland. En ik had nog maar weinig gesproeid.
En dan de tuin Spanje.
In Spanje is het dus anders. Een koophuis, bijna altijd mooi en droog weer. En opbouwen vanuit het niets. De vorige bewoners hebben niets meer gedaan dan anti-worteldoek plaatsen en grind eroverheen. Inmiddels kwam het onkruid gewoon door het doek heen. Dus eerst moest het onkruid weg. We hadden zoveel onkruid dat we onze auto vier of vijf keer hebben kunnen vullen met tuinzakken vol met onkruid om vervolgens naar de groencontainer te gaan en daar het onkruid te dumpen. La Nucía heeft als enige gemeente hier in de buurt speciale groencontainers geplaatst. Heel handig. Dat vinden sommige inwoners van buurgemeenten ook, want die schijnen de groencontainers ook te gebruiken tegen de zin van de gemeente La Nucía in.
Toen het onkruid was weggehaald zijn Marc en ik eerst eens gaan kijken bij twee tuincentra in de buurt om te zien welke planten verkocht worden en hoeveel het kost. Ik merkte ook dat niet alle tips uit mijn tuinboeken nog bruikbaar zijn. De tuinboeken zijn gericht op tuinieren in Noord-Europa. Maar dat mag de pret niet drukken. Ik was er al gauw uit dat ik een sinaasappelboompje wilde en een bougainville. En ik wilde rozemarijn en lavendel, want dat ruikt zo lekker. Omdat de muren rondom mijn tuin geel zijn, lijken mij planten met paarse/roze bloemen het mooist. De bougainvillea voldoet op dit punt. De verkoper van het tuincentrum wees Marc en mij nog op een plantje waarvan je de blaadjes kunt gebruiken bij het bakken en braden van vlees. Ik rook eraan en ik zei tegen Marc: ” Dit plantje ruikt naar Maggie”. De verkoper reageerde direct, lachend, met: “Si, si, Maggie.”
Toen we thuiskwamen, zijn we samen eerst gaan kijken waar de planten moeten staan. Op die plekken moest eerst het antiworteldoek worden weggehaald. Marc is voor mijn verjaardag teruggegaan naar het tuincentrum en is vervolgens teruggekomen met een sinaasappelboompje, twee bougainvilles, lavendel, rozemarijn, en drie plantjes met pepertjes eraan. Die staan nu in onze tuin. Alleen er moet nog wat meer bij. Dus binnenkort gaan we nog een keer naar het tuincentrum.
© 2018 – 2020, ChrisBijs. All rights reserved.